Wijzging gewaarborgde hulp wordt afgeschaft

De Regeling langdurige zorg is aangepast (zie: Staatscourant 2023, 32327). Daarmee vervalt per 1 juli 2024 de verplichte gewaarborgde hulp. De gewaarborgde hulp is iemand die het pgb beheert als de budgethouder dit zelf niet kan. 

Er is nu gekozen voor aansluiting bij de bestaande regels over vertegenwoordiging uit het Burgerlijk Wetboek (BW). Uitgangspunt van het BW is dat in principe iedere meerderjarige bevoegd en bekwaam is om zelf (rechts)handelingen te verrichten. Minderjarigen worden vertegenwoordigd door een ouder of voogd. Een wilsbekwaam persoon kan iemand anders machtigen om namens hem te handelen, middels een volmacht. En daarnaast kan een rechter oordelen dat iemand niet in staat is zijn belangen waar te nemen en daarvoor een wettelijke vertegenwoordiger benoemen, zoals een mentor, bewindvoerder of curator. In de situatie dat mensen niet zelfstandig een pgb kunnen beheren of controleren, moeten de zorgkantoren nu dus vaststellen of er een wettelijk vertegenwoordiger of gevolmachtigde nodig is.

Overgangstermijn

De budgethouders die nu nog een gewaarborgde hulp hebben, hebben tijd nodig om dit te beëindigen en waar nodig en mogelijk te kiezen voor een gevolmachtigde of een wettelijk vertegenwoordiger. Hiervoor geldt een overgangstermijn van 4 jaar, dus tot 1 juli 2028. Zorgkantoren gaan hen actief op de hoogte stellen van het verdwijnen van de wettelijk geregelde gewaarborgde hulp. Budgethouders kunnen aangeven dat zij zelf het pgb kunnen en willen beheren of kunnen een gevolmachtigde of wettelijk vertegenwoordiger aanwijzen. Als een budgethouder hiertoe niet in staat is, kan een wettelijk vertegenwoordiger worden verwacht door het zorgkantoor.

Wettelijk vertegenwoordiger

Een wettelijk vertegenwoordiger mag in principe niet ook zorgverlener zijn, maar dat geldt meestal niet voor familieleden die deze taken combineren. Dit geldt ook voor de gevolmachtigde. De toelichting op de regeling noemt in dit kader de Aanbevelingen mentorschap van de Expertgroep CBM, waarin staat dat het verbod om als mentor ook direct betrokken of behandelend hulpverlener te zijn in principe niet geldt voor de situatie waarin een familielid mentor is en zorg verleent in het kader van een pgb.

Landelijke uniforme regels? 

Het is nog niet duidelijk hoe zorgkantoren moeten bepalen of een budgethouder wel of niet in staat is de verplichtingen vanuit het pgb na te komen. Ook is nog niet duidelijk aan welke eisen de gevolmachtigde of wettelijk vertegenwoordiger moet voldoen. Het zou wenselijk zijn dat hiervoor landelijke uniforme regels komen, zodat budgethouders weten waar zij aan toe zijn.  Hier worden nog landelijk gesprekken over gevoerd.